2019 Vorige pagina
Het NMF stemt zijn aankoopbeleid af op de behoefte vanuit de doelgroep. Er is in de afgelopen jaren gebouwd aan een brede collectie waardoor het NMF de meeste musici nu binnen afzienbare tijd kan voorzien van een passend instrument. Er is geen sprake meer van een lange wachtlijst in dit segment. Alle aankopen werden mogelijk gemaakt dankzij de genereuze donaties van (fondsen van) particulieren. Opnieuw was er weer een groot aantal particulieren dat het NMF in natura wilde ondersteunen.

Tien toetsinstrumenten
Prachtige kwaliteit
In 2018 zijn in totaal tien toetsinstrumenten van zeer hoge kwaliteit aan de collectie toegevoegd. Acht vleugels, van de merken Bösendorfer (3), Steinway (2), Bechstein (2) en Boston (1), werden aan ons geschonken of gelegateerd. Het blijft bijzonder om te zien met hoeveel zorg en liefde die vleugels zijn gekoesterd door hun voormalige eigenaren. Een van de Bechstein-vleugels moest met een enorme hoogwerker vanaf een 16e verdieping naar beneden getakeld worden. Op onze website staat een filmpje van deze indrukwekkend operatie!
Onder de toetsinstrumenten bevinden zich ook twee historische exemplaren. Een anonieme fortepiano uit de omgeving van Wenen ± 1790 (geschonken door een particulier) bleek bij beoordeling door een expert uiterst zeldzaam en van een prachtige kwaliteit. Olga Pashchenko kon haar geluk dan ook niet op toen ze hoorde dat zij dit instrument in bruikleen kon krijgen.
Eind van het jaar kreeg het NMF een virginaal geschonken uit de privécollectie van een liefhebber van historische toetsinstrumenten. Een virginaal is de vroegste en eenvoudigste vorm van het klavecimbel. Dit exemplaar is in 1971 gebouwd door de gerenommeerde Nederlandse bouwer Willem Kroesbergen, en is een kopie van een virginaal van de Antwerpse Andreas Ruckers uit eind 16e eeuw. Menno van Delft (docent aan het Conservatorium van Amsterdam en de hogeschool in Hamburg) probeerde het instrument uit en raakte zeer onder de indruk van de uitzonderlijk mooie klankkwaliteit. Ook de verfijnde decoratie van het virginaal spreekt tot de verbeelding. Het NMF heeft het virginaal in bruikleen gegeven aan het Conservatorium van Amsterdam, waardoor het toegankelijk is geworden voor alle toetsenisten die studeren aan de afdeling Oude Muziek.
Viool van Nicolò Amati (1643)
Zeldzame Amati
In het magazine van vorig jaar staat een interview van Joost Galema met violiste Lucy van Dael, eigenaresse van deze zeldzame Amati-viool. Ze vertelt daarin met verve over haar eerste ontmoeting met een Amati-viool in een museum in Cremona, en over hoe ze op slag verliefd werd op de klank van dat instrument. Ze had toen niet voor mogelijk gehouden dat ze zelf ooit een Amati-viool in bezit zou krijgen. Het lot was haar gunstig gezind, want via de Nederlandse bouwer/handelaar Willem Bouman werd ze jaren later zelf de gelukkige eigenaar van een echte Amati. Van Dael is helaas zelf niet meer in staat om te spelen en een onbespeelde Amati is wat haar betreft geen optie. Om die reden besloot ze haar viool begin 2018 aan het NMF in bruikleen te geven. Cecilia Bernardini is sindsdien de gelukkige bespeelster.

Oudfranse viool, school Salomon (± 1760)
Beste vond de ware
Voor de jonge violiste Beste Sevindik was het NMF al langere tijd op zoek naar een geschikt instrument. Tijdens de proefsessie sloeg de vonk net niet over. Totdat we uit een legaat een Oudfranse viool kregen uit de school van Salomon, gebouwd rond 1760. Deze viool kwam net terug van een onderhouds- en restauratiebeurt, toen Beste bij ons op kantoor was om opnieuw een aantal violen te proberen. De oude Salomon mocht ook worden uitgeprobeerd en Cupido schoot meteen raak: Beste vond de ware! We wensen haar heel veel geluk met de mooie Oudfranse viool.
Honderd jaar oude Möller (1918)
Twee in één
Van een 94-jarige dame kreeg het NMF een mooie viool geschonken, gebouwd in 1918 door de Amsterdamse vioolbouwer Paul Max Möller. We zijn heel blij om haar te kunnen melden dat de honderd jaar oude viool een veelbelovende jonge bespeelster heeft gevonden: de 15-jarige Teddy Sickinge. Samen met haar lerares Emma Breedveld klopte Teddy bij het NMF aan voor een goede viool die recht zou doen aan Teddy’s talent. Ze probeerde een aantal violen uit de NMF-collectie en viel voor een prachtig helder instrument, en ook voor een viool met een bijzondere, diepe, warme klank. Welke van de twee moest ze kiezen? Net op dat moment kwam de Möller binnen. Voor Teddy was het meteen duidelijk: de Möller verenigde de mooie eigenschappen van de twee violen, een buitengewone helderheid én de volle warme klank aan de onderkant.
Een Capicchioni met grote klankkwaliteit (1943)
20ste-eeuwse Italiaanse viool
Het NMF kreeg een mooie 20ste-eeuwse Italiaanse viool in bruikleen, gebouwd door Marino Capicchioni in Rimini in 1943, zijn gouden periode. Musici als David Oistrakh en Yehudi Menuhin kochten violen van hem. Capicchioni ging als tiener in de leer bij een timmerman. Op zijn negentiende bouwde hij zijn eerste gitaar en leerde het vak in een gitaarfabriek in Frankrijk. Terug in Italië opende hij zijn eigen werkplaats in Rimini en begon violen te bouwen. Uit de instrumenten die hij maakte in de jaren 20 en 30 blijkt een grote technische beheersing van het vak. Hij gebruikte de beste houtsoorten en materialen en zijn werk liet steeds meer een eigen karakter zien. Op een nieuwe bespeler die valt voor zijn grote klankkwaliteit hoeft de Capicchioni vast niet lang te wachten.
Onder de toetsinstrumenten bevinden zich ook twee historische exemplaren. Een anonieme fortepiano uit de omgeving van Wenen ± 1790 (geschonken door een particulier) bleek bij beoordeling door een expert uiterst zeldzaam en van een prachtige kwaliteit. Olga Pashchenko kon haar geluk dan ook niet op toen ze hoorde dat zij dit instrument in bruikleen kon krijgen.
Eind van het jaar kreeg het NMF een virginaal geschonken uit de privécollectie van een liefhebber van historische toetsinstrumenten. Een virginaal is de vroegste en eenvoudigste vorm van het klavecimbel. Dit exemplaar is in 1971 gebouwd door de gerenommeerde Nederlandse bouwer Willem Kroesbergen, en is een kopie van een virginaal van de Antwerpse Andreas Ruckers uit eind 16e eeuw. Menno van Delft (docent aan het Conservatorium van Amsterdam en de hogeschool in Hamburg) probeerde het instrument uit en raakte zeer onder de indruk van de uitzonderlijk mooie klankkwaliteit. Ook de verfijnde decoratie van het virginaal spreekt tot de verbeelding. Het NMF heeft het virginaal in bruikleen gegeven aan het Conservatorium van Amsterdam, waardoor het toegankelijk is geworden voor alle toetsenisten die studeren aan de afdeling Oude Muziek.
Oude Engelse cello
Op onderzoek uit
‘J.B. LeFebvre fecit in Amsterdam 176.’, staat er op het etiket van een mooie cello die we onlangs in bruikleen kregen. Maar nader onderzoek wees uit dat het waarschijnlijk gaat om een Engelse cello uit de school van Peter Wamsley (ca. 1670-1744), die zijn werkplaats in Londen had en de Prins van Wales tot zijn vooraanstaande beschermheren rekende. De herkomst is misschien nog niet helemaal duidelijk, dat het gaat om een prachtig instrument wel. We duiken nog even verder in zijn geschiedenis, en gaan intussen op zoek naar een passende bespeler.
Cello van Angelo Radrizzani (1917)
Goudgeel
Nog een mooie cello konden we verwelkomen: een Zwitsers-Italiaanse cello gemaakt door Angelo Radrizzani in 1917. Radrizzani werd geboren in Milaan, was een leerling van Degani in Venetië en vestigde zijn werkplaats in Vevey, Zwitserland. De prachtige goudgele cello is in zeer goede staat. De gelukkige nieuwe bespeler is celliste Liesbeth Bosboom. De cello is voor het NMF aangekocht en zodoende in bruikleen gegeven door de eigenaresse. Zij, Liesbeth én de cello hebben elkaar inmiddels al nader leren kennen tijdens een intiem huisconcert op het NMF-kantoor.

Contrabas van C.F. Landolfi (± 1770)
Overtuigd authentiek
Begin 2016 startte het NMF een selectietraject voor een hoogwaardige contrabas om die in bruikleen te kunnen geven aan Luis Cabrera, onder meer aanvoerder van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Via een breed internationaal netwerk van handelaren kwamen meerdere contrabassen naar Nederland. Een te hoge vraagprijs, een te slechte staat van onderhoud of gebrek aan consensus rondom de authenticiteit waren vaak redenen om instrumenten in een vroeg stadium al af te wijzen. Bassen die wel voldeden, vielen af op basis van klankkwaliteit. Voor het NMF een normale gang van zaken bij een selectietraject voor een contrabas. Eind zomer 2017 kreeg het NMF bericht over een zeldzame bas van Carlo Ferdinando Landolfi, in de verkoop bij een Engelse firma. De bas was lange tijd bespeeld John A. Schaeffer (1951-1996), aanvoerder van het New York Philharmonic Orchestra en werd de laatste jaren bespeeld door Leon Bosch, een virtuoze bassist van topniveau. De bas kwam naar Nederland en het NMF onderwierp het instrument aan uitgebreid onderzoek op staat, authenticiteit en uiteraard de klank. Het instrument overtuigde op alle aspecten en kon in april 2018 door het NMF worden aangekocht. De koop was mogelijk dankzij een grote nalatenschap die het NMF eind 2017 ontving en maakt deel uit van de ‘Collectie Willem Vogelaar’, die nu uit zes top-instrumenten bestaat.
Viola d’amore van Robert Blaszauer (2006)
Verliefd op viola d’amore
Van de Stichting Vrienden Combattimento kreeg het NMF een viola d’amore in bruikleen, gebouwd door Robert Blaszauer in Hongarije, 2006. Dit zeldzame barokinstrument met z’n lieflijke, warme geluid heeft zeven melodiesnaren en zeven resonantiesnaren, waardoor de noten veel langer doorzingen dan bij een gewone viool. Typerend is het hoofd van Cupido op de kop: geblinddoekt, want de liefde is blind. En f-gaten in de vorm van een vlam: het vuur van de liefde. Combattimento leent de viola d’amore met enige regelmaat zelf van het NMF. Daarnaast is het instrument op projectbasis beschikbaar voor andere renaissance- en barokensembles.
Verwante artikelen