De Guarneri del Gesù
De Guarneri del Gesù – het topstuk uit de collectie van NMF – verliet rond 1736 het atelier van Giuseppe Guarneri in Cremona. De toevoeging del Gesù komt van het label dat hij in zijn instrumenten plakte, met daarop een kruis en het Jezusmonogram I.H.S. Naar twee eerdere bezitters draagt de Guarneri de bijnaam ‘Rode, von Heyder’. Het NMF kreeg hem in 1992 in bruikleen, vijf jaar later werd het instrument geschonken. Eerst speelde Isabelle van Keulen erop, later ging hij naar Henk Rubingh, aanvoerder tweede violen van het Koninklijk Concertgebouworkest.
Vadim Tsibulevsky
Vadim Tsibulevsky (1967, Azerbeidzjan, toen nog een Sovjetrepubliek) kreeg op zijn vierde zijn eerste vioolles. Hij studeerde in Bakoe, Moskou en Tel Aviv. Hij won verschillende concoursen en werd in 1996 concertmeester van het Belgische kamerorkest I Fiamminghi. Sinds 2001 bekleedt Tsibulevsky dezelfde positie bij het Nederlands Philharmonisch Orkest in Amsterdam. Als gastconcertmeester heeft hij onder meer gespeeld bij het Koninklijk Concertgebouworkest, Residentie Orkest, Antwerp Symphony Orchestra en het operaorkest van De Munt in Brussel. Dit seizoen maakt hij zijn debuut bij Royal Opera House Covent Garden in Londen.

Andreas Post
Andreas Post (1956, Duitsland) is specialist in restauratie, taxatie, expertises, regulering en optimalisering van klank. Hij leerde het ambacht van vioolbouwer aan de Staatliche Musikinstrumentenbauschule in het Beierse stadje Mittenwald. In 1982 legde Post zijn meesterproef af. Later werkte hij in Duitsland, Amerika en Nederland. In Amsterdam was dat bij het atelier van Max Möller en zoon. In 1984 vestigde Post zich als zelfstandig vioolbouwer aan de Amsterdamse Mozartkade. In 2008 verhuisde hij met zijn bedrijf naar Möllers voormalige atelier aan de Willemsparkweg.

Violen-
temmers
De Guarneri del Gesù van Vadim Tsibulevsky is geen gemakkelijke viool. Op verzoek van het NMF begon de concertmeester samen met vioolbouwexpert Andreas Post aan een verbetertraject om dit kroonjuweel uit de NMF-collectie naar een hoger niveau te tillen. ‘Je werkt aan hetzelfde doel en inspireert elkaar.’

Verse snaren
‘Ik had Vadim bij het NMF getipt’, zegt Andreas Post, in een werkplaats die is gevuld met rijen violen en cello’s. ‘Ik had het gevoel dat de Guarneri op vijftig procent van zijn kunnen zat. Iets remde de trillingen, maar ik wist niet wat. Er was een violist met talent, ervaring en geduld voor nodig om dat samen met mij uit te vinden.’ Allebei geloofden ze in de kwaliteit van de Guarneri. En dus nam Tsibulevsky de viool mee naar huis. Maandenlang speelde hij erop, honderden uren in totaal. Tussendoor keerde hij steeds terug bij de restaurateur. Dan wilde hij bijvoorbeeld meer weerstand voelen bij het strijken. Of meer kleur en diepte in de g-snaar. Post: ‘We begonnen met kleine aanpassingen. Een nieuwe kam, andere stapel, verse snaren, wisseling van het staartstuk.’
Wisselwerking
Bij zo’n restauratie is samenwerking essentieel, zegt Andreas Post. ‘Ik krijg weleens klanten die zeggen: mijn viool klinkt ziek, maak hem alsjeblieft beter. Ik kan natuurlijk zelf wel een beetje vioolspelen, maar het vergt iemand van Vadims kaliber om uit te vinden wat er precies aan schort. Die feedback heb ik nodig.’ ‘Omgekeerd geldt hetzelfde’, zegt Tsibulevsky. ‘Soms kwam ik terug bij Andreas omdat ik nog iets miste in de klank. Dan wist hij precies wat hij moest doen om mij te helpen.’ Post geeft toe dat hij na een aanpassing niet altijd verschil hoorde, maar Tsibulevsky merkte dan toch dat de viool aanmerkelijk prettiger speelde. Echter, al met al was er te weinig verbetering. De ene ingreep gaf vijf procent verbetering, de andere twee en de volgende nog eens drie. Beiden waren echter stellig van de potentie van het instrument overtuigd en Post besloot de viool, met goedkeuring van het NMF, open te maken.
Meer boventonen
Dat had hij overigens al eens eerder gedaan, bij een uitgebreide restauratie in het jaar 2000. ‘Ik trof toen een viool aan met littekens. Het binnenwerk bleek in sterk gerestaureerde staat. Die littekens zal het instrument helaas altijd houden. Natuurlijk kun je versleten of beschadigd hout vervangen, maar nieuw hout trilt nooit hetzelfde.’ Bij de nieuwe chirurgische ingreep bleef Tsibulevsky liever uit de buurt. ‘Dat krrr… als de bladen wijken, vreselijk. Je wilt toch ook niet bij de operatie van je vrouw zijn?’ En hoewel de geluiden niet fijn zijn, komen de meeste violisten toch even kijken als hun instrument openligt.
Post kwam erachter dat de reparatie in 2000 te voortvarend was aangepakt. ‘De zangbalk was een fractie te massief, net als nieuw aangebracht hout. Daardoor kon het bovenblad slechts beperkt trillen. Ik heb de viool deze keer alsnog flexibeler gemaakt.’ Tsibulevsky: ‘Ik merkte meteen het verschil. Het instrument resoneerde aanzienlijk beter. Hij had meer boventonen, je hoorde extra klank en kleur. Als muzikant kreeg ik opeens meer vrijheid.’ Toen begon het proces van het optimaliseren: hier nog een flintertje verbetering, daar nog een procentje winst. Qua tijd en kosten was het een enorme investering, maar zowel violist als bouwer zijn opgetogen over het resultaat.

Chique naam
Tsibulevsky is een typische Guarneri-man. Vergelijk het met voetbal: je bent voor Ajax óf voor Feyenoord. Violisten kiezen partij voor Guarneri of Stradivari. Wie voor de een is geboren, kan op de ander slecht uit de voeten. Ze hebben een totaal andere persoonlijkheid. Post: ‘Een Guarneri is vaak donkerder van geluid, krachtiger ook op de g-snaar. Een Strad klinkt zangeriger, maar is ook moeilijker te bespelen. Tegen een Guarneri kun je zeggen: dit wil ik. En dat doet hij dan.’
Tsibulevsky protesteert. ‘Behalve deze dan. Ik noem haar weleens Pauline, naar de vrouw van componist Richard Strauss. Dat was een beroemde zangeres, maar ook een lastige tante. Ondanks dat stugge karakter inspireerde ze Strauss tot prachtige muziek.’
Bij het Nederlands Philharmonisch Orkest stuitte Tsibulevsky aanvankelijk op scepsis. Ze zeiden: chique naam natuurlijk, Guarneri. Maar in de zaal klinkt hij niet. Maar dat was voordat hij openging. Tsibulevsky: ‘Toen ik met de gerestaureerde viool terugkwam, waren ze meteen om. Het is een instrument dat inspireert. Heerlijk om er de solo’s op te spelen van Rimski-Korsakovs symfonische gedicht Scheherazade. Dan betovert hij niet alleen mij, maar heel de strijkersgroep. En soms zelfs de dirigent, haha!’
Heerlijk gonzen
Violist en restaurateur kijken tevreden terug op hun samenwerking. ‘Al hadden we niet altijd dezelfde mening’, zegt Tsibulevsky. ‘Op een gegeven moment probeerde ik een snaar uit waar Andreas helemaal niks in zag.’ Post: ‘Als ik hem bespeelde, voelde het aan als een rubberband. Maar Vadim kon hem heerlijk laten gonzen.’ Ruzie hebben ze nooit gekregen. ‘Integendeel, zegt Tsibulevsky, ‘je werkt aan hetzelfde doel en inspireert elkaar.’ Post valt bij: ‘Met negatieve emoties kom je in dit ambacht geen stap verder.’
Frits Schutte, hoofd collectie NMF
‘De Guarneri-viool die Vadim bespeelt, is zonder twijfel het topstuk uit onze collectie. Alle aanpassingen die je doet aan zo’n instrument hebben consequenties. Vadim heeft de viool helemaal doorgrond, zodat hij precies kon vertellen wat er miste. Op zo’n manier dat bouwer Andreas Post er ook daadwerkelijk iets mee kon. Daarom werd ik er ook niet zenuwachtig van, het is bij dit soort projecten vooral belangrijk dat we precies de goede mensen inschakelen.’
Verwante artikelen